Eindelijk onderweg
Door: Fenneke
Blijf op de hoogte en volg Ivo en Fenneke
27 Juni 2009 | Canada, Ottawa
Op de avond voor vertrek zijn Alice en Mervyn Buchanan, onze buren in Lockport, afscheid komen nemen. Robert kwam langs op de ochtend voor vertrek en na een douche in de jachtclub waren we eindelijk klaar voor vertrek uit Shelburne. Het was zonnig en we hadden een lekker zeilwindje om op onze nieuwe fok en kluiver de baai uit te zeilen en bij het eiland voor de ingang (zo’n 8 mijl verderop) voor anker te gaan. Heerlijk om op een rustig beschut plekje met een kopje koffie naar de zonsondergang te kijken.
We moesten langs de zeilmaker om een hoesje voor onze ankerlier in elkaar te laten naaien. Het hoesje is nodig, zodat de smeerolie niet uit de ankerlier spoelt, er komen namelijk zeeën overheen met zeilen. De zeilmaker is bij Lunenburg in een schuur bij een prachtig heuvelachtig kronkelend schiereiland. We kwamen op vrijdagmiddag aan en konden op een paradijselijk plekje voor anker. Na een dag regen zijn we met zonnig weer in het weekend naar de wal gegaan om een wandelingetje te maken. Er was een steiger van een kreeftenvisser waar we aan land konden.
De zeilmakerij wordt gerund door Michele Stevens. Haar opa heeft op het schiereiland in 1920 een groot stuk land gekocht en is er gaan boeren, boten bouwen en zeilen maken. In die tijd viste men nog met zeilschepen. Dit vertelde Janice Stevens die naast de zeilmakerij woont en een nicht van Michele is.
We hadden ook al eens met de buurboer gepraat die o.a. kool verbouwt en een zuurkoolfabriekje heeft. Zuurkool wordt hier niet verkocht in plastic zakken, want dat verkoopt niet, maar in (melk)pakken, zodat je de substantie niet kan zien.
Nova Soctianen maken er vaak een lekkere rotzooi van, ze zijn niet gewend hun grofvuil op te ruimen, er is ruimte genoeg. Oude auto’s laat men gewoon ergens op het erf staan en oude wasmachines, koelkasten, landbouwwerktuigen, accu’s e.d. gooit men ergens tussen de bosjes. Tegenwoordig is er wel grofvuil ophaal, maar niet iedereen maakt daar gebruik van. De zuurkoolboer had 2 oude vrachtwagentjes tussen het gras staan die duidelijk niet meer gebruikt werden, zie foto.
Het hoesje voor de ankerlier was op maandag in een mum van tijd in elkaar genaaid en we konden weer vertrekken. In 2 dagtochten naar Halifax, de hoofdstad van Nova Scotia, gezeild waar we voor de Armdale jachtclub voor anker zijn gegaan
We hadden in Halifax een druk programma want we moesten mensen ontmoeten, de stad bekijken en natuurlijk boodschappen doen. In een stad moeten we altijd weer op zoek naar spullen die je elders niet kunt krijgen.
Ivo’s speelgoedwinkel, the Binnacle met watersportartikelen, was dicht bij de jachtclub, dat was reuze handig. Ivo is er bijna elke dag geweest.
Bij een park in Halifax staat een gepensioneerde New Foundlander schilderijen te verkopen van haventjes en baaitjes in Nova Scotia en New Foundland en andere karakteristieke plekken hier. We vonden het leuk als souvenir een schilderij met een baaitje in New Foundland te kopen. Mochten we er niet komen deze zomer, dan hebben we er in ieder geval een schilderij van (zie foto met de kunstenaar en z’n schilderijen).
Tony, een New Foundlander die in Halifax woont had belooft ons zeekaarten van New Foundland te lenen en hij kwam met wat kaarten en 4 zelf gemaakte flessen wijn aanzetten. Drank is hier duur dus wordt er thuis wijn gemaakt.
Marius Lengkeek, de broer van Ivo’s vriend Jimmy woont in de buurt van Halifax. Op zaterdag was er een zeilwedstrijd op het meer waar hij woont, er zijn 16 Tanzer 22 (zeilbootjes van rond de 7 meter) op het meer en men houdt in de zomer wedstrijden, het meer is zo’n 9 kilometer lang. De prijsuitreiking van de wedstrijd was bij Marius en Anne en wij waren ervoor uitgenodigd. We zijn er naartoe gefietst, zo’n 35 kilometer fietsen. Het landschap is heuvelachtig en we hadden net tegenwind. Fietsen is hier wel een belevenis, omdat je soms gewoon over de snelweg fietst, maar gelukkig hebben we een heel stuk over een rustige weg langs een meer kunnen fietsen.
Net toen we even met z’n tweeën naast elkaar fietsten werden we aangehouden door een serieuze politieman. Hij vroeg streng “waar zijn jullie helmen”. Ivo antwoordde dat we niet gewend zijn een helm te dragen. In Nova Scotia is het dragen van een helm op de fiets verplicht. Omdat we Nederlanders zijn kregen we alleen te horen dat we niet naast elkaar mogen fietsen
Het was een gezellige prijsuitreiking bij Marius en Anne in de tuin. Toen alle ander gasten vertrokken waren hebben we met Marius een tochtje over het meer gemaakt in hun speedboot. Voor Ivo een nieuwe ervaring want het was z’n eerste keer in een speedboot.
De volgende dag hebben we Marius op de koffie gehad. We hadden nog geen zeekaarten van het Noordoosten van Nova Scotia en van de Bras d’Or meren, maar die hebben we nu van Marius geleend.
Later die dag opende we net de fles wijn van Tony toen er een bootje met een vrouw langszij kwam. Ze woont in het gele huis aan de waterkant en we mochten bij haar komen wassen en internetten. We hebben haar, Judy, en haar man Steve uitgenodigd met ons de wijn te komen proeven. Ze bleken ook te zeilen en hebben vorige winter met hun 2 dochters in de Bahamas e.d. gezeild. Ze weten dus hoe het is om op een boot te wonen. We hebben een paar dagen later gebruik gemaakt van hun aanbod. We misten nog zeekaarten van het Zuiden van New Foundland en hebben van kennissen van hun de kaarten kunnen lenen.
Geweldig toch die Nova Scoten, ze zijn verschrikkelijk vriendelijk en hulpvaardig.
Net toen we het anker ophaalden voor vertrek stond er iemand op de kant naar ons te zwaaien en te roepen. Het bleek Dave te zijn, die we in de Bahama’s hadden ontmoet.
Hij is Canadees en zijn boot ligt ergens in de buurt van Halifax. Het was erg leuk hem weer eens te zien en spreken. We zagen toch nog kans die dag een paar mijl verderop terecht te komen. De volgende 2 dagen hebben we weer heerlijk gezeild, met een lekker windje en regelmatig zon in de kuip.
De voorspellingen waren dat er harde oostenwind zou komen. We zeilen hier langs de kust naar het noordoosten en met harde wind tegen willen we voor anker liggen. Bij Little Liscomb, een klein dorp met een steiger zijn we voor anker gegaan. De volgende ochtend bleek het in deze regio het eind van het kreeftenvis seizoen te zijn en de vissers zetten die dag hun houten kreeftenvallen op de kant bij de steiger. Wij zijn de fietsen gaan uitladen bij de steiger en hebben van een visser 2 lekkere kreeften gekocht, die heerlijk smaakten. Het was nog goed weer en we zijn naar Sherbrooke village gefietst, zo’n 30 kilometer heen en terug. Sherbrooke village is een soort openlucht museum met oude huizen die op hun oorspronkelijke plek staan. Er lopen mensen rond in de kleding uit 1800 en je kan verschillende huizen bezoeken. Een leuk uitstapje voor een niet zeildag.
Het was maar goed dat we dat nog met mooi weer hebben kunnen doen want de volgende dag stond er een harde oostenwind (windkracht 7) en het regende pijpenstelen. We konden niet van boord. De dagen erna nam de oostenwind af, maar het regende af en toe, dus nog maar een dagje klussen, want Ivo heeft altijd klusjes.
De wind leek te draaien, dus we vertrokken ’s ochtends op de motor, maar na een tijdje vond ik dat de motor een raar geluid maakte. Ivo is gaan kijken en zag olie lekken, maar kon niet zien waar het precies vandaan kwam. Er zat geen olie meer aan de pijlstok, dus er was echt iets mis. Met een licht windje konden we terugzeilen. De motor moest even aan om bij de steiger te komen, we verspreiden meteen een olievlek. Gelukkig bleek de schade bij nadere inspectie mee te vallen, de oliedruk plug bij de oliefilter was lek. Ivo heeft er kit en toiletpapier met een lucifer zo stevig mogelijk ingedrukt , voorlopig zit dit dicht. Zo repareert Ivo dieselmotoren.
We zijn ’s middags weer opnieuw op pad gegaan. Het was mistig met weinig wind net als de volgende dag. Op de motor met de radar en de elektronische kaart aan maakten we voorgang. We hadden 50 meter zicht, met af en toe toch een zonnetje.
Gisteren, vertrokken we weer met dichte mist, op weg naar de Bras d’Or meren in Cape Breton, het noordoostelijk gelegen schiereiland van Nova Scotia. Aan het begin van de middag kwam er wind en het klaarde even helemaal op. Het was geweldig weer land te zien, en bovendien zagen we dolfijnen voorbij komen en een hele groep zeehonden in de buurt die aan het vissen waren. Even verderop zag ik voor het eerst van m’n leven papegaaiduikers op het water drijven, het zijn grappige vogels met een soort papegaaienbek. Om in de Bras d’Or meren te komen moet je bij St Peters door een sluis. De mist had ons daarvoor nog even weer overvallen, maar het was een mooi gezicht om bij St Peters de mist weer te zien optrekken.
We liggen nu op het meer voor anker met zicht op de andere kant van St. Peters (coördinaten 45.39.41 N, 060.52.20 W).
Ivo heeft het zwemwater hier al even uitgeprobeerd, het is koud, maar een stuk warmer dan de zee.
-
13 Juli 2009 - 14:51
Beatrix Baerken:
Hallo wereldreizigers.
Even een geheugensteuntje: we hebben elkaar ontmoet op de Cabot Trail in Cape
Breton. Mijn dochter Eveline en ik waren als Hollanders herkenbaar aan ons zelf meegebrachte boterhammetje. Sinds dit weekeind zijn we weer terug in Holland. Het is wel weer wennen na de ruimte van Canada en drie weken samen met de kinderen daar. Maar je pakt gauw de draad weer op. Ik heb genoten van de foto's op jullie site, wat een heerlijke reizen hebben jullie gemaakt. Ik wens jullie nog veel zeilplezier en steeds een behouden vaart.
Hartelijke groet,
Beatrix.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley